
Een Fuck-it list, Zwaai-maar-ge-dagboek en een Toedeloe-livre. Ik heb het allemaal. Maar veranderen, échte verandering, is als het beklimmen van een ijsberg met moedig doorzetten als vereiste. Sounds like fun? Dat is het
Het veranderen waar ik op doel gaat over het bewust worden, inzien, doorzien en uitzwaaien van onze (overlevings)mechanismen en patronen. Sommige steentijd-oud, anderen nieuwer.
Ons brein is niet alleen wired vanuit ons leven nú maar ook nog steeds een beetje vanuit tigduizend jaar met het destijds broodnodige “vechten of vluchten”. Maar ons brein maakt het geen onderscheid tussen steentijd, 1985 of nu. Best raar eigenlijk. Want heb jij ooit oog in oog gestaan met een reusachtige grothyena of de woeste buur-holbewoner die honger heeft en dus loert op jouw met hard werken en gevaar voor eigen leven aangelegde voorraad? Vast niet. En toch reageren ons brein en lijf soms nog steeds alsof precies dát gevaar ons aanstaart.
Afkomen van je ingesleten patronen en persoonlijke strategieën… ga er maar aanstaan. Bij mij zijn bepaalde paadjes in mijn hoofd na jaren ploegen dusdanig diepe groeven dat de naald er echt elke keer weer in blijft hangen.
Niet zomaar weggepoetst dus, maar het kán wel! Hoe ik dat doe? Met moed (soms die der wanhoop), doorzettingsvermogen en in 10 stapjes.
1. Lezen
Van alles, on- en offline, over hoe ons brein werkt en vanuit die opgedane kennis proberen te begrijpen hoe dat er dan in míjn brein aan toegaat.
2. Vragen
Met enige regelmaat vraag ik mensen om mij heen om feedback op hoe ik doe. Dit is niet altijd even leuk of makkelijk maar wel fijn en ook louterend: “Lex, soms lijkt het alsof jij een excuus zoekt om iets níet te doen of aan te gaan terwijl ik weet dat je het wel graag zou willen doen. Eigenlijk vind ik je dan een afhaker.”
3. “Waarom” achterhalen
Pas als ik inzicht heb in het ‘waarom’ van een bepaalde gedraging, kan ik nadenken over een andere benadering. “Wat maakt dat ik soms afhaak? Dat ik bang ben om af te gaan of om niet goed genoeg te zijn.”
Een beslissend moment pinpointen waarop dit soort ongezellige gedachten of emoties gestoeld zijn, werkt als een trein. Komt-ie: ‘Leuk dat je zo enthousiast hebt meegedaan maar je bent niet goed genoeg. Gek, dat hadden we wel verwacht, zeker gezien je achtergrond.” Voor mij met mijn van nature wat broze zelfbeeld, leverde deze interactie een gezellige overtuiging op: “Wat hij zegt is dat ik dus de loser thuis ben..”.
Auw. In dat gevoel van toen ga ik even helemaal zitten en me realiseren wat dit met mij doet.
4. Eerlijk zijn
Alleen als ik eerlijk voor mijzelf ben over de motivaties en emoties, ook als ze heel donker zijn, kan ik er iets mee: “Eigenlijk wil ik niet dat anderen beter zijn. Ik vergelijk mezelf dan met hen en voel me een loser. Soms voel ik dan ook boosheid en jaloezie.”
5. Valideren
Op het moment dat ik mijzelf veroordeel over wat ik voel of denk, is er geen ruimte voor beweging. Die ruimte is er pas op het moment dat ik mezelf accepteer, ook de donkere kant. Dus met liefde naar mezelf een waarde toekennen aan mijn gedachten, dat is belangrijk: “Het is oké om dat te voelen maar ik doe mijzelf wel geweld aan met iets dat vrij oud is. Wat kost mij dit en wat levert het me op?”
6. Relativeren
Vooral het antwoord op “wat levert het mij op?” is vaak cruciaal simpel en verhelderend: “Helemaal niets (goeds)”. Ook de realisatie wat het me kost, helpt. Want niemand voelt zich beter door verlies van energie, goede stemming en positief gemoed.
7. Neutraliseren
Tijd om de emoties en/of angsten ter discussie stellen en ze kleiner of luchtiger te maken: “Is het wáár dat iets niet meteen goed kunnen mij een loser maakt, vind ik dat zelf écht? En wat is het allerergste dat mij kan overkomen als ik het gewoon aanga?” Het antwoord is ‘nee’ en ook dat ik er niet van dood zal gaan. Geen gevaarlijke grothyena en ook geen knuppelende buurman.
8. Besluiten afscheid te nemen
Vanuit deze inzichten het besluit nemen dat de loser-overtuiging mij zinloos belemmert en dat ik het dus gedag ga zwaaien, neutraliseert de negatieve emotie en dus pas ik mijn gedrag aan. Een prettig gevoel van meesterschap!
9. Visualiseren
Dit afscheid visualiseer ik. Waarom visualiseren? Heel simpel gezegd: omdat het brein nog meer van de plaatjes houdt dan van de praatjes! Ik beeld de vervelende gedachten in als een ballon, zet in mijn hoofd het raam open, laat de ballon wegvliegen en zwaai ‘m na: bye bye!
10. Herhalen, herhalen, herhalen
Dit rijtje een keer doorlopen betekent niet dat ik voortaan nooit meer last heb van deze overtuigingen en gevoelens. Nee zeg, was het maar zo makkelijk! Patroonmatige gedachten en hun emoties komen, ingesleten als ze zijn, steeds terug. De truc is om alert te blijven en de stappen te herhalen, herhalen, herhalen. Telkens zal het mij makkelijker afgaan om te herkennen, waarderen en afscheid te nemen.
Totdat ik op een dag merk dat ik die stomme gedachte en het bijhorende gedrag een stap voor ben.
Díe dag … is een heel mooie dag!