Mind your … mind

IMG_2953

’n Drukke dag en dus direct ’n drukke ochtend. De stromende regen biedt mij een mooi excuus om de jongste met de auto naar school te brengen. Omdat de gang van een dag als deze afhangt van de efficiënte handelingen en daarmee het gevoel van controle, besluit ik op weg naar zijn schooltje alvast even te tanken. Dubbel-efficiënt want deze dorpspomp is goedkoper dan die langs de A2.

Als we bij de pomp komen, zien we dat aan ‘onze’ kant een motorrijder staat te tanken. En niet bij de 2e maar bij de 1e pomp vanaf ons bezien. Wij moeten er dus helemaal omheen en geïrriteerd mopperend doe ik dat. Mijn zoontje, die hier normaal geen enkel probleem bij zou ervaren, laat zich door mijn irritatie aansteken en zucht diep bij zulk inefficiënt onvermogen.

Terwijl het ondertussen echt is gaan gieten racen wij met volle tank en in stilte verder. Ik zie dat mijn baasje peinzend voor zich uit staart. Als we even later bij de school parkeren, begint hij ineens een relaas:

“Die sukkelige man hè, met die motor, die was helemaal kaal. Dat zag ik. Dat lijkt mij dus héél irritant als het zo regent op je helemaal-kale-hoofd. Dat je dan die druppels zo voelt, pàts-pàts, net als op een glazen ruit en dat het in zo’n stroompje langs je oren glijdt. Dat is best vervelend.”

Het beeld dat hij schetst ontstaat voor mijn ogen en in één ogenblik glijden alle irritatie en drukkende haast van mij af. Verrukt kijk ik opzij. Met een grote grijns naar mij, opent hij zijn deur en huppelt door de regen het plein op naar zijn vrienden.

Ik kijk hem na en kan me moeilijk aan het gevoel onttrekken dat hij precíes weet wat hij daar zojuist deed.

Het is écht waar!

Fransjes

Deze twee vrolijke Fransen; ik ken ze niet en toch weet ik zeker dat ik ze ken. Als ik mijn ogen dicht doe, ruik ik de walm van huisgemaakte wijn en hoor ik hun schorre, krakende stemmen en genietende gegniffel.

Ruim een jaar geleden gingen we skiën in de Franse Alpen en zagen tijdens de lunch in een gezellige berghut deze foto aan de muur. Dit olijke duo toostte ons daar tijdens ons eerste tripje vanuit hun lijst toe en waar wij al als een blok voor elkaar waren gevallen, vielen we nu gezamenlijk voor hen.

Toen hij een paar maanden later met zijn kinderen in hetzelfde plaatsje was, bracht hij de Fransjes voor mij mee als cadeau. Een aandenken aan die fijne reis dat onmogelijk levendiger had gekund. Sindsdien hangen de heren in mijn keuken en kijk ik hen dagelijks vanaf de keukentafel recht in de lachende ogen.

Alweer een jaar mijn huisgenoten; zelfs als mijn kinderen er niet zijn, zijn zij er wel. Zulke aanwezigheid kruipt in je systeem, zoekt een plekje, gaat daar zitten en na een tijdje is het alsof het er altijd was. Zo levendig en zo bekend als tafereel, dat ik me ineens realiseer dat ik deze foto zélf heb genomen. Met mijn verbeelding die zo sterk is dat hij waar wordt.

In geur en kleur haal ik mij de middag voor de geest: onze ontmoeting op die zomerse Alp, zij even een rustmoment van het harde werk, de zoemende vliegen in kat-en-muis met de ezelstaart, de lome warmte, de geur van droog gras, het geanimeerde gesprek en hun onderlinge plagerijtje. De meest uitgesproken van het tweetal vol bravoure en onverstaanbaar terwijl zijn copain met de stille pret zacht in zijn ogen.

Wij zoemen, knikken en lachen mee, slaan eerst een glas af en daarna toch maar achterover. Ik trek een scheel gezicht van het alcoholpercentage dat vanuit het niets door mijn aderen vloeit en zij slaan zich op de knieën. In een kort maar diepgevoeld moment van verbondenheid lachen we elkaar toe en ik maak de foto. Dan au revoir-en wij ietwat wankel, voldaan en zielsgelukkig verder, de koesterende zonnestralen nog lang en lekker warm op onze rug.

Ja; zo’n middag, zo’n ontmoeting. Jij was er ook bij, toch?

 

“There is good evidence that imagining oneself performing an activity, activates parts of the brain that are used in áctually performing that activity” (Prof. S. Kosslyn, director of Stanford’s Center for Advanced Study in the Behavorial Sciences in The Charisma Myth, Olivia Fox Cabane).

 

Niet denken in je hoofd maar geloven met je líjf!

  • Cristiano

Verliezen van jezelf; ik weet niet hoe het jou vergaat maar mij gebeurt dit nogal eens. Vooral als er een competitief element meespeelt, zoals bijvoorbeeld op de tennisbaan.

Hoe vaak ik niet een potje verlies omdat ik pissig word op mezelf vanwege het niet voldoen aan mijn eigen verwachting, i.c. het spelen zoals ik weet dat ik het kan. Of bijvoorbeeld als ik moet serveren, waarbij ik dan tijdens het opgooien van de bal ineens denk: “Oh jee, daarnet had ik echt een waardeloze servicegame, als ik nou maar niet …”. Je begrijpt: dubbelfout. Bloedje irritant en woest-makend, in de regel ook al niet het soort reacties dat bijdraagt aan een beter resultaat.

Een groepje vriendinnen en ik volgen daarom een training gericht op de Inner Game en zitten op woensdagmiddag in het clubhuis van onze tennisvereniging te luisteren naar de trainster die ons vertelt en laat vertellen over beperkende mechanismen. De mechanismen die ervoor zorgen dat we er zo vaak een potje van maken in plaats van dat we het potje gewoon lekker spelen of beter nog: winnen.

Mijn jongste is met mij meegekomen omdat hij ergens halverwege deze middag naar zijn voetbaltraining moet en ik het anders niet gedraaid krijg. Gelukkig is het voetbalveld om de hoek en met een iPad, een flesje fris en een zakje snoep heb ik zijn medewerking en stilte gekocht.

Terwijl wij onszelf en elkaar opbiechten welke onfrisse gedachten ons van ons spel houden en de bijhorende frustraties en emoties al vertellend bijna voelen, zie ik uit mijn ooghoeken dat mijn kleine baas helemaal niet op zijn iPad speelt. Hij is naar ons aan het luisteren. Snel ga ik na wat ik zojuist ook alweer uit de doeken heb gedaan en of ik daarmee een heel slecht voorbeeld heb gegeven. Tegelijkertijd met mijn hoofd een gebaar naar hem en zijn iPad makend: ga lekker je spelletje doen, vent.

Hij schudt zijn hoofd, staat op, laat zijn snoep, fris en iPad voor wat ze zijn en klimt op mijn schoot: “Ik wil eigenlijk heel graag luisteren, mama.” Ik kijk naar de trainster; zij knikt toeschietelijk. Hij is welkom want feitelijk kun je deze materie niet vroeg genoeg tot je nemen en leren toepassen.

Vervolgens hebben wij het over zaken als ego vs. Zelf, visualisatie, concentratie en flow; het verkrijgen van meesterschap door niet te spelen vanuit je gedachten maar vanuit het weten van je lichaam. En ondanks dat ik mijn 8-jarige niet vergeet op mijn schoot -daar is hij dan net weer te groot voor- ben ik er ook niet erg mee bezig dat hij daadwerkelijk snapt waar het allemaal over gaat.

Na een uurtje theorie is het tijd de baan op te gaan en de technieken toe te passen en eigen te maken. Ik breng hem even snel naar zijn training om de hoek. Terwijl we samen door de regen draven vraag ik hem hoe hij het vond en of hij ook een beetje heeft begrepen waar we het over hadden. Zijn antwoord laat geen enkele twijfel:

“Ja natuurlijk, mama! Het gaat erom dat je niet denkt met je hoofd, maar dat je gelooft in je líjf! Ik snapte dat precies want weet je nog dat ik de vorige voetbalwedstrijd zo goed speelde? Dat kwam omdat ik hetzelfde rugnummer had als Ronaldo. Dus toen geloofde ik dat ik hèm was en daardoor voelde mijn lijf dat ook.”

.. dus.