Alleen maar winnaars

winnaar

Woest gesnuif, geschuifel van slepend dansende voeten, kletsnatte haren, dampende lijven en beukende vuisten. Overal om mij heen raast de rauwe energie van zo’n 600 stampende, klappende en schreeuwende mannen en vrouwen. Testosteron tot aan het plafond en een waas van adrenaline waar je bijna op kunt lopen.

Ik plaats mijn mobieltje tussen mijn ogen en de ring waar het allemaal gebeurt. Op die manier afstand scheppend tussen mijzelf en wat ik eigenlijk liever niet wil zien. Het helpt. Enigszins. Nog steeds zie ik de niet aflatende stroom met klappen die mijn held krijgt. Plus de mokerslagen die hij uitdeelt en die het arme, aardige hoofd van zijn tegenstander naar de grond doen knikken.

“Hee lief. Ik heb me opgegeven voor een Boksgala. Ik ga 5 maanden keihard trainen en dan de ring in. Voor het goede doel. Spannend. Heb nog nooit gebokst!”

Je moet van een uitdaging houden. En je moet als je heel graag iets wil, ook veel kunnen, durven en willen geven.

Dus 5 maanden lang zo’n 6 keer per week traint hij. Langzaam (of eigenlijk razendsnel) zie ik hem veranderen in een lean machine. Tegenslagen wachten hem, met name fysiek. Overbelaste pezen in schouder en duim, dubbel gebroken neus, vette griep en een te laag gewicht.

Wat te doen? Doorgaan natuurlijk! Met zijn dreamteam van onvermoeibare, superbetrokken trainers en fysio bouwt hij ‘rust’momenten in, waarop even niet gesparrt wordt maar alleen getraind. Ik sta erbij en kijk er naar. Vol bewondering. Maar soms ook met een licht gevoel van verwondering:

Waarom wil je dit? Hoe kan het dat je dit volhoudt?

Wanneer hij tot winnaar wordt uitgeroepen en de lucht ingaat op de schouders van zijn trainers, wordt mij een tipje van de sluier rondom dit vraagstuk opgelicht: de enormiteit van hun ontlading en euforie maakt dat ook ik bijna opstijg.

Later legt hij mij uit waar deze drive op is gestoeld:

  • Eén keer in je leven al je grenzen opzoeken en er overheen gaan.
  • Jezelf aanzetten tot een prestatie waarvan je voorheen niet wist en ook nooit had bedacht dat je die zou kunnen neerzetten.
  • Volhouden
  • Het primaire beest in jezelf niet alleen zoeken, maar ook vinden en hem voor één keer helemaal de vrije hand kunnen geven.
  • Jezelf bewijzen dat je inderdaad onder enorme druk kunt presteren.
  • Op heroïsche wijze winnaar zijn.

 

Ik kijk naar hem en gloei van trots. Ik kijk naar zijn opponent en een beladen gevoel van medeleven trekt door mij heen. Dezelfde opoffering, dezelfde lijdensweg, dezelfde behoeften: hoe zou het hém op dit moment vergaan? Ik wil het niet invoelen, het lijkt me afschuwelijk.

Deze strijd in de ring kende genoeg lijnen die symbool kunnen staan voor een heroïsch verhaal. Zo waren deze 3 rondes van 1,5 minuut het verhaal van de underdog die bijna neer ging maar uit zijn as herrees en won. Van de re-invention van twee keurige, brave borsten tot gefocuste vechtmachines. En voor wie dat wil is er ook het verhaal van iemand die van alles verloor maar zijn hoofd niet liet hangen. Zelfleiderschap in optima forma.

Symboliek en heroïek: van oudsher menselijke behoeften. Verhalen die via de overlevering en eigen herinnering tot ons komen en onze oorsprong uitleggen; onze wat, waarom en hoe. Het diepe verlangen de juiste weg te vinden en te gaan. De bewondering voor de leider in wiens kielzog we mogen volgen of de oerdrift om die leider te zíjn.

Hoe het ook zij; onder al die uitdaging en zucht naar het winnaar-zijn, ligt altijd het diepere motief van het over-winnen op jezelf. Een overwinning die veel meer stoelt op het proces, de weg, dan op de uitkomst.

Ik haal opgelucht adem. Gelukkig zijn er in dat opzicht ook hier uiteindelijk alleen maar winnaars.

 

De uitdaging die een heel andere bleek

mountaineering

Totaal ongeoefend beklim ik in Italië een berg met twee kompanen. Zij trainen voor iets groots en ik ga gewoon mee. Dat vind ik leuk en een hele uitdaging, want zal ik de top wel halen? De werkelijke vraag blijkt een heel andere: hóe overleef ik de nacht?

Boven en naast mij klinkt een concerto grandioso van geronk, gereutel, gezaag en gesnork, af en toe kracht bijgezet door een daverende knal. Ik knijp oren en neus dicht. Niet het klimmen naar een hoogte van 2900-en-nog-wat meter blijkt mijn grootste uitdaging. Nee, het is veel basaler: ik zal alle zeilen bij moeten zetten om deze nacht door te komen, zonder heel gekke dingen te doen.

Regels van een berghut

Na een zware dagtocht zijn we aangekomen bij de ‘Bivacco’ ofwel home of the moutaineers. Een hut van plaatmateriaal met een dak erboven, matrassen, dekens en een tafel. Dat is wat er is. Alles wat je meer had gewenst, had je zelf mee moeten nemen.

Deze bivacco blijkt druk vannacht. Met onze komst zijn we met negen man en in de verte komt nog een eenling aan. Tien is vol. Ik vraag me af wat er gebeurt als straks nog meer mensen aan komen klauteren. Survival of the fittest? Zoek het maar uit en zout maar op terug de berg af, had je maar op tijd moeten komen? Geen idee! Ik ken de mores van zo’n berghut niet. Maar voor de zekerheid leg ik alvast mijn slaapzak uit op een matras.

Gezellige slapies

Een Italiaanse eenling, twee ruwe bergmannen met heavy duty gletsjergear, een gezin met twee kinderen en ik met mijn twee klim-kornuiten. Ieder zorgt voor zich en babbelt ook wat met elkaar. Een groep van groepjes. Een uur geleden kenden we elkaar nog niet en nu zijn we huisgenoten-voor-een-nacht. Gelukkig komt er niemand meer bij; in de bivacco heerst een rustige balans. Als vanzelf ontstaat het onderling gedeeld ritme van eten maken en opeten, opruimen, tanden poetsen (oh nee, dat doen alleen wij en het gezin), ergens ongezien plassen (oh nee, dat doen alleen de moeder van het gezin en ik) en dan om 21.00 uur de slaapzak in want donker en koud. In dit nieuw ontstane gevoel van camaraderie is het lekker cosy tukken.

Well, guess again.

Realiteit bijt

Die cultuur van het bergvolk, daar leer ik wat over, zo in deze nacht. Namelijk dat geldt: “ieder voor zich en God voor jou alleen”. Gesnurk en gewind dus. Gepraat alsof men de enige is, hoofdlampen die aan gaan en het in- en uitlopen van mensen die daarbij keihard klappen met de buitendeur. Uitermate boeiend, zeer lawaaiig en inmiddels mottig warm. Dit gaat niet meer over fysieke grenzen, maar over mijn eigen, heel persoonlijke waarden: die van ruimte, rekening houden met en van beschaafd gedrag. HOE, in hemelsnaam, ga ik deze nacht doorkomen?!

Silencio per favore

Om 02.00 uur zoek ik de weldadige stilte op van de frisse buitenlucht. De kans op een face-to-face ontmoeting met een yeti of ander mysterieus bergwezen voor lief nemend, want ik móet er echt uit. Weg bij hun herrie en mijn neiging om te gaan slaan. Weg bij het gevecht dat ik voer met alleen maar mijzelf.

Onder het stille sterrendak, overweeg ik mij met mijn slaapzak op een steen neer te vleien. Helaas, uit veiligheidsoverwegingen mag dat niet. Ik sleep mezelf maar weer naar binnen, de bivacco in. Dat dit helemaal niemand z’n probleem is behalve dat van mij, is inmiddels net zo helder als het licht van de sterren.

‘Gewoon’

Dus ik zet me schrap maar laat tegelijkertijd alles voor wat het is. En wanneer dat even niet lukt pas ik een van de andere mind-volle technieken toe, die ik wel eens voorbij heb zien komen. Gewoon liggen. Gewoon doorademen.

Uiteindelijk slaap ik slechts van half 5 tot half 8 maar heb ik verder niets raars gedaan. Niemand in zijn neus geknepen of in zijn oor gesist, geen peut met mijn elleboog uitgedeeld noch opstandig met de deur gewapperd. Alhoewel ik daar echt Heel. Veel. Zin in had! Ik heb mezelf in weten te houden tot slechts wat hartgrondig gezucht en het nét iets bruusker omdraaien dan strikt noodzakelijk.

Het is mooi

Ik ben nu klaar voor de afdaling. Doodmoe maar I did it! Voordat ik aan deze bergtocht begon wist ik niet dat het “I did it” déze betekenis zou hebben. Het klimmen naar die top bleek peanuts vergeleken bij de knop van innerlijke zelfregulatie waar ik aan heb moeten draaien. Maar het is me gelukt en mijn primaire neiging om uit pure ergernis gekke dingen te doen, heb ik weten te bedwingen.

Zo, die steek ik mooi in mijn rugzak. En kom nu maar door met je afdaling want deze mountaineer ruikt stal!