Slang

Bij binnenkomst in mijn keuken na 3 dagen weg, sla ik steil achterover van de geur. Het blijkt de afwasmachine te zijn die de wasbeurt niet heeft afgemaakt en dat ook niet meer van plan is.

Hoewel ik noodgedwongen al een aantal jaar veel klusjes zelf klaar waarvan ik niet wist dat ik ze kon, zie ik dat nu een witgoed-pro nodig is.

Zo gezegd, zo gebeld. Ik heb geluk, ze kunnen meteen komen. Al snel ziet het duo, hoofdman en stagiaire, dat een slang is vergaan en vervangen moet. Het klinkt logisch en toch zie ík, die nog nooit zo ver een afwasmachine heeft ingekeken, ook andere mogelijkheden en leg ze hoofdman voor. Stoïcijns doorwerkend aan zijn eigen diagnose zoemt en knikt hij op de juiste momenten.

Ik herken wat hij doet, laat me niet afschepen, dring nog wat aan. Hoofdman kijkt over zijn schouder eerst mij vriendelijk knikkend en dan zijn stagiaire aan. Die begrijpt de cue en neemt de slang-klus over.

Hoofdman neemt me apart en legt vriendelijk doch niet mis te verstaan uit dat hij mijn poging snapt en waardeert maar dat hij het bij het rechte eind heeft.

Sputterend geloof ik hem maar half.

Ineens zoemt mijn apparaat weer soepel en wat sullig om mezelf lachend vraag ik hem of hij vaker dit soort eigenwijs gedoe treft.

“Mevrouw, wat ík al werkende tref, daar zou ú een boek over kunnen schrijven!”

Solly, solly …

AB45B3A2-84B6-4B05-908F-BFCDD97585E7

Soms moet je even afkoelen. Alleen. Met jezelf. Vanwége jezelf. Of anderen. Hoe dan ook, toen ik van binnen ontplofte en kon kiezen om dat van buiten ook te doen richting mijn lunchgezelschap, bestaande uit 4 onwillig lamenterende pubers en 1 irritante net 10-jarige, òf mezelf even schaars te maken, koos ik voor het laatste.

Dus liet ik hen zitten waar ze zaten in het surfrestaurant, stampte via het bloedhete strand terug naar huis, pakte de auto en reed naar het Spaanse stadje dat bij aankomst in diepe siësta bleek te verkeren. Alle winkels waren dicht, dus daar ging mijn plan om mezelf als troost eens gezellig van iets leuk nieuws Spaans te voorzien.

5 Minuten later wist ik weer waarom die slimme Spanjaarden tussen half 2 en half 6 alles dichtgooien, want zat ik uitgewrongen en lamgeslagen door de intense warmte, mijn allang weer weggezakte woede en lichte spijt over de achtergelaten heerlijke dis met fris sprankelend water en zeebriesje, op een stoepje onder twee olijfbomen.

Terwijl ik enigszins somber peinzend over mijn af en toe explosieve aard voor me uit staarde, zag ik ineens de winkelruit vóór me: Thai Massage. Open all day. Met daaronder een bordje waarop de specialiteiten van het huis: ‘body 30 minutes or 60 minutes’ en ‘feet’ zelfde tijdspanne. Al starend nam de visualisatie bezit van mij waarin sierlijk kleine doch sterke vingers op precies de goede plekken onder mijn voetzool duwden, mijn tenen kneedden en vloeiend het zware gevoel uit mijn enkels zouden rollen.

Bevangen door dit beeld, kwamen mijn voeten als vanzelf in beweging. Ik liep naar binnen en meldde mij bij de desk: “Hola. Si. Espela aquí.” (“Hallo. Ja. Wacht hiel.”). Ik wachtte.

De laatste keer dat ik een Thaise massage ‘genoot’, staat me nog vers in het geheugen gegrift als heuse foltering. Waarom ik dit dan nu weer wilde, wist ik niet goed, misschien een complexe combinatie van iets doen waar ik me beter door zou voelen en het gevoel dat ik wellicht een kleine straf verdiende.

Overal hingen ingelijste diploma’s die de professionaliteit van de masseuses onderstreepten. Deze, samen met de vertrouwenwekkende want ingewikkelde posters van het menselijk lichaam waarop de verbindingen tussen onze chakra’s en alle spieren, zenuwen en botjes met elkaar weergegeven werden, droegen er aan bij dat ik me stukje bij beetje ontspande. Iets wat volgens Kim, de Thaise masseuse die mij destijds onder handen nam, nodig is om pijnlozer door de massage en het leven te gaan.

Eindelijk kwam achter een deur een kleine, wat oudere dame tevoorschijn die mij wenkte. Haar gezicht het toppunt van ondoorgrondelijke vriendelijkheid, gebaarde ze mij te gaan liggen op het massagebed, dat was voorzien van mooie lappen en naar jasmijn geurende handdoeken. Mijn jurk moest uit en toen ik wees naar mijn voeten “Sólo los pies?”, maakte ze een geluid dat ik niet begreep en begon mijn voeten heerlijk in een olietje te zetten. Ik dacht “Kan mij het schelen.”, deed mijn ogen dicht en gaf me over.

Drie seconden later schoot een felle pijnscheut door mijn linkervoet, die overging in de volgende om vervolgens een helse aaneenschakeling van scheuten te worden. Ik kon alleen maar mijn ogen stijf dichtknijpen, handen voor mijn mond slaan, het van binnen uitgieren van de pijn en denken: “WAAROM??!!”

Waarom had ik bedacht dat het dit keer pijnloos zou zijn, wáárom deed ik dit soort dingen, waarom, waarom, waaróm?!

Met een houten staafje ragde de lieve, oude vrouw over mijn voet alsof het een stuk deeg was dat tot pizza moest worden. Hard. Aangezien mijn voeten alleen maar vel, botjes, spieren en zenuwen zijn, hoef ik niet uit te leggen hoe dat voelde. Ik beet mijn handen stuk, kneep mijn billen samen en deed alles om het niet uit te gillen. Nadat het deeg genoeg was stukgeslagen, waren mijn tenen aan de beurt. Het stokje werd er tussen gepord, stuk voor stuk en daarna werden ze ieder om de beurt uit hun kom getrokken. Vervolgens opnieuw aan de rechterkant, want opgeven is geen optie en we maken natuurlijk wél af waar we aan begonnen zijn.

Na de voeten dook mijn martelares, die achter mijn stijfgesloten ogen de gedaante van een vuurspugende, oosterse krijger had aangenomen, op mijn dijen. Zij, in haar totaliteit even klein en smal als één dij van mij, bewerkte met schouder, bovenarm en elleboog bruut al die spieren die inmiddels gespannen stonden als een veer. Toen ik dan eindelijk een diepe kreun niet meer kon onderdrukken, keek zij op, zei: “Hihi, solly, solly…” en ging gewoon door.

Dit herhaalde zich de rest van mijn benen en toen het eindelijk klaar was en ik met tranen in mijn ogen van dankbaarheid over het eindige van deze lijdensweg wilde opstaan, liet ze me slechts rechtop zitten, zei nog één keer: “Solly, Solly”, sprong achter mij op de bank en plantte haar knie in de kom tussen schouder en nek. Ik hoorde “KRAK” en dacht even helemaal niets meer.

10 Minuten later stond ik fris op straat, al mijn soepele tenen voelend terwijl ik die normaal nooit voel. Ik keek naar mijn voeten, naglanzend van de olie, de huid weer zacht en mooi in plaats van craquelé als bij binnenkomst. Stevig op de grond, sterk en getuned. Klaar om nieuwe stappen te gaan zetten.

Ineens wist ik het antwoord op het ‘Waarom?’.

Omdat af en toe even pijn lijden en tóch doorzetten, wonderwel heilzaam is.

Falen

0F8D59A5-1742-48EA-825C-36625FA2072F

“Mama? Ik voel me dat ik ben gefaald…”

Ik kijk hem aan en mijn hart krijgt een tikje. Teneergeslagen zit hij op zijn Tripp Trapp stoel.

Ach, hoe goed ken ik dít gevoel. En ook dat het niet uitmaakt wat iedereen zegt. Hoeveel complimenten hij ook krijgt over hoe ver hij kwam, hoe bijzonder dat is voor zijn leeftijd en gebrek aan ervaring of hoeveel talent men hem toedicht.

Want dit is wat hij zichzelf met zijn 9 jaar vertelt: “Ik. Ben. Gefaald.”

En hoewel ik weet dat geen enkele stem scheller, dringender of dwingender is dan die van jezelf, wil ik het toch proberen. Want ik gun hem iets zo heel anders. Dus ik vraag hem: “Hoe komt het dat jij zo streng bent voor jezelf, lieverd?”

“Ik gelóófde erin, mam. Ik dacht ècht dat ik door was. Maar ik bén niet door. Dus ik kan mezelf helemaal niet geloven.” Schoudertjes hangen, koppie ook.

Kleine baas met grote worsteling.

“Ben je teleurgesteld over jezelf? Dat je het niet bij het goede eind had?”

“Ja, want als ik beter had nagedacht, had ik nog méér mijn best gedaan!”

“Kón je dan nog meer je best doen dan je al deed?”

Stilte. Staart voor zich uit.

“Liefje, heb je gegeven wat je had voor dat moment?”

“Ja, eigenlijk wel. Maar het was dus niet genóeg!!” Gefrustreerde wanhoop van top tot teen.

“En kon jij precies weten wat echt wel of niet genoeg was? Ik bedoel, kén jij degene die de beslissing maakte en dus hoe hij kijkt?”

“Neehee!! Dat wéét jij toch? Die was in Amérika die man! Hij kreeg onze dansfilmpjes en díe moest hij bekijken en dan beslissen.”

“En deed jij je best?”

“JA!”

“Dus kun jij jezelf dan iets verwijten daarin?”

Hij kijkt me aan, zoekt, fronst, vat niet. Dan ineens spert hij zijn ogen open:

“Eigenlijk niet. Toch, mam?”

“Nee. Zéker niet, zelfs. Maar je kunt wel ongelooflijk balen en even keihard gillen, schelden en teleurgesteld zijn over de beslissing. Dát wel.”

Hij grim-grijnst, gooit z’n hoofd naar achter voor een heel hard en langgerekt scheldwoord dat ze volgens mij 3 straten verderop kunnen horen. Ik besluit even mee te doen. Ik baal tenslotte óók voor hem.

Met ogen waar het vuur uitknalt, kijken we elkaar even later aan: “Zo, dat was lekker hè, vent? Voel je je nu iets beter?”

….

“Morgen, denk ik.”

Maar ik zie een figuurtje waar de spirit weer inzit, een recht ruggetje en glans in de ogen. En daar wordt mijn hart dan weer warm van.

Lekker knallen

E74795F9-EAEF-4D0C-AB5B-CAE671BCCB9F.jpeg

“En, hoe gaat het met jou, Lex? Lekker aan het knàllen?!”

Ik val stil terwijl ik in mijn hoofd graaf naar een passend, bevestigend antwoord. Ik vind het niet. Ik blokkeer op het woordje ‘knallen’ en mijn weerstand vertaalt zich in een mentale blanco. Zoekend geef ik antwoord:

‘Euhh. Nou. Het gaat goed, ik voel me fijn, heb mooie opdrachten, verheug me elke dag op wat op me ligt te wachten en zet daar met plezier mijn tanden in.’

“Ah wat goed, écht lekker aan het KNALLEN dus!”

Ongeduldige ergernis trekt door mijn lijf. Waarom wil iemand zo graag horen dat er geknáld wordt; is het dan pas Goed ofzo? We ronden ons gesprek af en ik leg mijn telefoon weg.

Ik kauw nog even op wat zojuist gebeurde. Wat was dat en waarom voelde ik het zo sterk? Ineens, helderheid: Zeker, ik heb een grote innerlijke drive en zit hoog in mijn energie. En in combinatie daarmee komt mijn beste performance vanuit een basis van rust en balans. Twee pijlers onder mijn meest autonome kracht. Deze basis heb ik hard bevochten en bevecht ik nog steeds zo vaak. Tegen de verlokkingen van Sneller, Harder, Hoger.

Kalm vs. Knal.

In mijn hoofd popt de herinnering van iemand die zegt: ‘Waarom gedraag jij je als sneltrein als je meer een boemel bent?’

Niet sexy, wel raak. Ik glimlach, adem en kom tot rust.

Was ik er bijna weer ingetrapt.

Premeditatio Malorum – van lijden naar leiden

IMG_0299

“Premeditatio Malorum”. Klinkt een beetje als een Harry Potter-bezwering, vind je niet?

Waarbij je dan met zo’n toverstokje zwaait om vervolgens luid en gedragen “PRRREEE-MEE-DITAAA-TIO MA-LOO-RUMM!!” het universum in te gooien en poef!, voltrekt zich het wonder.

Ja, mooi!

Zo werkt dit alleen niet helemaal.

Stoicijns leven

De Premeditatio Malorum is een oefening uit de Stoïcijnse leer en houdt in dat je nare dingen of problemen in het leven te boven komt, door de geest erop voor te bereiden.

Heel kort: de leer der Stoïcijnen is een van oorsprong Griekse filosofie. Vrij vertaald laat de ware Stoïcijn zich niet leiden door opvlammende emoties. Acceptatie van het moment zoals het zichzelf presenteert geeft kalmte en overzicht en daarmee vrijheid van handelen.

Stille geest

Laat dat nou een van de doelen in mijn leven zijn: het nastreven van zo’n soort vrijheid. Het verkrijgen van een stille geest in plaats van een brein dat te vaak direct in de overlevingsstand gaat en mij daardoor ook nog wel eens op voorhand tegenhoudt te doen wat ik wel graag zou willen doen.

Of bangebroek

Angst voor het emotionele effect, het zogenaamde lijden, weerhoudt mij van bijvoorbeeld:

  • Midden op straat in gezang uitbarsten omdat mijn hart jubelt en ik daar zo’n zin in heb maar wat ik niet doe omdat ik niet kán zingen, iedereen me vast gaat uitlachen en ik voor paal sta.
  • Mijn of onze rugzak pakken en gáán! Het spaargeld bestedend aan allerlei waanzinnige ervaringen, zoals ik dat altijd deed. Maar sinds ik er financieel alleen voor sta, hou ik mijn hand op de knip. Want straks lekt het dak ineens of stort de 200 jaar oude buitenmuur in en dan? De paniek van het dan niet in staat zijn de basis te kunnen fixen, slaat mijn reislust helaas neer.
  • Meer lak hebben aan wat anderen misschien van mij vinden. Bijvoorbeeld met wat ik schrijf. In alle vrijheid woorden geven aan wat in mij opwelt om verteld te worden om daarna gewoon op ‘publish’ te drukken. De grote kans op narrige reacties, aantijgingen en geroddel weerhouden mij ervan. Waarom? Tja; angst voor afwijzing, niet geaccepteerd of uit het nest geduwd worden.

Glibberend naar beneden glijden

Een klein puntje van een grote ijsberg. Waar al die angstige vermoedens vandaan komen is weer een ander verhaal maar bij elkaar is het behoorlijk nederigmakend voor iemand die het leven ‘unbounded’ tegemoet wil treden, vrij van zelfopgelegde grenzen.

Daarom streef ik ernaar mij in mijn keuzes minder te laten leiden door de angst voor pijn, verdriet, onzekerheid of wat dies meer zij. Natuurlijk, die ijsberg van mij is niet meer dan menselijk. Iedereen heeft zo’n berg. Maar ikzelf heb de keuze of ik er de hele dag vanaf glibber of dat ik het ding met ijzers, touwen en een pikhouweel bedwing.

Tools dus

Premeditatio Malorum ís zo’n tool. Je haalt je een vervelende situatie voor de geest die jou zou kunnen overkomen en stelt je voor hoe en wat die situatie emotioneel met jou doet. Dit met enige regelmaat oefenen ontneemt de emotie zijn macht jou te overweldigen op het moment dat de vervelende gebeurtenis zich inderdaad voordoet. Want; been there, done that.

Ga maar eens nare dingen na die jou vaker dan eens zijn overkomen. De tweede, derde of -tigste keer was de emotie waarschijnlijk net iets minder overweldigend dan die eerste ervaring.

Van lijden naar leiden

Let wel: het betekent níet dat je de emotie niet hebt! Het bewerkstelligt dat de emotie jou niet, of in ieder geval een stuk minder, overvalt en meesleurt en dat je mentaal gebalanceerder kunt (over)leven. Wanneer die rotsituatie zich voordoet, ben jij voorbereid en daarmee kalmer in je bovenkamer die vervolgens soepeler kan doorschakelen naar aanvaarden en doorgaan.

En als je weet dat je kunt aanvaarden, dan weet je ook dat je kunt Doen. Zie je het voor je? Magisch!

Tóch een beetje Harry Potter dus.

 

Voor moedige mensen: echte verandering in 10 stapjes

ijsberg

Een Fuck-it list, Zwaai-maar-ge-dagboek en een Toedeloe-livre. Ik heb het allemaal. Maar veranderen, échte verandering, is als het beklimmen van een ijsberg met moedig doorzetten als vereiste. Sounds like fun? Dat is het

Het veranderen waar ik op doel gaat over het bewust worden, inzien, doorzien en uitzwaaien van onze (overlevings)mechanismen en patronen. Sommige steentijd-oud, anderen nieuwer.

Ons brein is niet alleen wired vanuit ons leven nú maar ook nog steeds een beetje vanuit tigduizend jaar met het destijds broodnodige “vechten of vluchten”. Maar ons brein maakt het geen onderscheid tussen steentijd, 1985 of nu. Best raar eigenlijk. Want heb jij ooit oog in oog gestaan met een reusachtige grothyena of de woeste buur-holbewoner die honger heeft en dus loert op jouw met hard werken en gevaar voor eigen leven aangelegde voorraad? Vast niet. En toch reageren ons brein en lijf soms nog steeds alsof precies dát gevaar ons aanstaart.

Afkomen van je ingesleten patronen en persoonlijke strategieën… ga er maar aanstaan. Bij mij zijn bepaalde paadjes in mijn hoofd na jaren ploegen dusdanig diepe groeven dat de naald er echt elke keer weer in blijft hangen.

Niet zomaar weggepoetst dus, maar het kán wel! Hoe ik dat doe? Met moed (soms die der wanhoop), doorzettingsvermogen en in 10 stapjes.

1. Lezen

Van alles, on- en offline, over hoe ons brein werkt en vanuit die opgedane kennis proberen te begrijpen hoe dat er dan in míjn brein aan toegaat.

2. Vragen

Met enige regelmaat vraag ik mensen om mij heen om feedback op hoe ik doe. Dit is niet altijd even leuk of makkelijk maar wel fijn en ook louterend: “Lex, soms lijkt het alsof jij een excuus zoekt om iets níet te doen of aan te gaan terwijl ik weet dat je het wel graag zou willen doen. Eigenlijk vind ik je dan een afhaker.”

3. “Waarom” achterhalen

Pas als ik inzicht heb in het ‘waarom’ van een bepaalde gedraging, kan ik nadenken over een andere benadering. “Wat maakt dat ik soms afhaak? Dat ik bang ben om af te gaan of om niet goed genoeg te zijn.”

Een beslissend moment pinpointen waarop dit soort ongezellige gedachten of emoties gestoeld zijn, werkt als een trein. Komt-ie: ‘Leuk dat je zo enthousiast hebt meegedaan maar je bent niet goed genoeg. Gek, dat hadden we wel verwacht, zeker gezien je achtergrond.” Voor mij met mijn van nature wat broze zelfbeeld, leverde deze interactie een gezellige overtuiging op: “Wat hij zegt is dat ik dus de loser thuis ben..”.

Auw. In dat gevoel van toen ga ik even helemaal zitten en me realiseren wat dit met mij doet.

4. Eerlijk zijn

Alleen als ik eerlijk voor mijzelf ben over de motivaties en emoties, ook als ze heel donker zijn, kan ik er iets mee: “Eigenlijk wil ik niet dat anderen beter zijn. Ik vergelijk mezelf dan met hen en voel me een loser. Soms voel ik dan ook boosheid en jaloezie.”

5. Valideren

Op het moment dat ik mijzelf veroordeel over wat ik voel of denk, is er geen ruimte voor beweging. Die ruimte is er pas op het moment dat ik mezelf accepteer, ook de donkere kant. Dus met liefde naar mezelf een waarde toekennen aan mijn gedachten, dat is belangrijk: “Het is oké om dat te voelen maar ik doe mijzelf wel geweld aan met iets dat vrij oud is. Wat kost mij dit en wat levert het me op?”

6. Relativeren

Vooral het antwoord op “wat levert het mij op?” is vaak cruciaal simpel en verhelderend: “Helemaal niets (goeds)”. Ook de realisatie wat het me kost, helpt. Want niemand voelt zich beter door verlies van energie, goede stemming en positief gemoed.

7. Neutraliseren

Tijd om de emoties en/of angsten ter discussie stellen en ze kleiner of luchtiger te maken: “Is het wáár dat iets niet meteen goed kunnen mij een loser maakt, vind ik dat zelf écht? En wat is het allerergste dat mij kan overkomen als ik het gewoon aanga?” Het antwoord is ‘nee’ en ook dat ik er niet van dood zal gaan. Geen gevaarlijke grothyena en ook geen knuppelende buurman.

8. Besluiten afscheid te nemen

Vanuit deze inzichten het besluit nemen dat de loser-overtuiging mij zinloos belemmert en dat ik het dus gedag ga zwaaien, neutraliseert de negatieve emotie en dus pas ik mijn gedrag aan. Een prettig gevoel van meesterschap!

9. Visualiseren

Dit afscheid visualiseer ik. Waarom visualiseren? Heel simpel gezegd: omdat het brein nog meer van de plaatjes houdt dan van de praatjes! Ik beeld de vervelende gedachten in als een ballon, zet in mijn hoofd het raam open, laat de ballon wegvliegen en zwaai ‘m na: bye bye!

10. Herhalen, herhalen, herhalen

Dit rijtje een keer doorlopen betekent niet dat ik voortaan nooit meer last heb van deze overtuigingen en gevoelens. Nee zeg, was het maar zo makkelijk! Patroonmatige gedachten en hun emoties komen, ingesleten als ze zijn, steeds terug. De truc is om alert te blijven en de stappen te herhalen, herhalen, herhalen. Telkens zal het mij makkelijker afgaan om te herkennen, waarderen en afscheid te nemen.

Totdat ik op een dag merk dat ik die stomme gedachte en het bijhorende gedrag een stap voor ben.

Díe dag … is een heel mooie dag!

 

Over de reis van Fake It naar F*ck It

de-reis

De druk en behoefte die we voelen om onszelf anders voor te doen, kan aanzienlijk zijn. We hebben namelijk niet geleerd dat we precies goed zijn zoals we zijn. Nee; het moet altijd anders en liefst een beetje beter.

Ik zeg ‘we’ omdat m.i. niemand ontkomt aan dit fenomeen. Onze sociaal-culturele context ramt het er in: tijdens onze opvoeding, via ons onderwijs en in een maatschappij die overweldigend prestatie-gericht is. De nadruk ligt niet op het gegeven dat je goed bent zoals je bent. De boodschap is hoe je zou moeten zijn en zou moeten doen. Natuurlijk geloven we dat! En dus handelen we ernaar, ieder op zijn of haar eigen manier.

Dit verhaal gaat over verliezen en terugwinnen.

Het vreemdgaan

Onbegrip, loyaliteitsconflicten, dogma’s, gênes en afwijzingen: vanaf onze vroegste jeugd zijn dit de constant aanwezige ingrediënten voor vreemdgaan ten aanzien van je ware zelf.

Wie kent ze niet:

  • “Lieverdje, kom eens achter mijn been vandaan en ga lekker spelen met die kinderen. Kom, hou nou op met zo raar verlegen te doen. Spelen is toch leuk!?” Ik wil gewoon even alleen met jou, pap, maar dat is dus misschien raar. Ík ben misschien raar.
  • “Waarom vermaak jij je niet terwijl alle anderen het leuk vinden? Stop alsjeblieft met dat ge-chagrijn en ga vanavond maar eens extra vroeg naar bed.” Nou mam, ik vind er gewoon niets aan maar dat snap jij niet en kennelijk ben ik de enige. Het ligt kennelijk aan mij.
  • “Knap zeg, dat jij die rekensom hebt opgelost zoals je dat hebt gedaan! Maar we gebruiken een andere methode, dus helaas moet ik de jouwe fout rekenen, dat snap je wel.” Nee! Dat begrijp ik absoluut niet. Wat maakt het nou uit hóe ik van A naar B kom, als ik er maar kom, toch?! Maar goed, wat ik bedenk is zo te merken niet goed dus pas ik me aan.
  • “Leuk dat je meedeed met de extra training maar helaas kom jij niet in de selectie.”  Hoezó zit ik er niet bij en de rest wel? Kennelijk zijn zij allemaal wel goed en ik niet. Eigenlijk wilde ik ook helemaal niet…

Aanpassen en jouw ‘zelf’ ontkennen in plaats van in jouzelf te geloven.

Fake it

In die vormende jaren (b)leek het niet-eerlijk zijn naar mezelf makkelijker voor mij dan dichtbij mijzelf te blijven. Angsten verbergen met een schaterlach, zwijgen als ik zin had om te gillen, katten als ik eigenlijk wilde huilen en meppen als iemand te dichtbij kwam want dat voelde niet veilig. En steeds had ik het gevoel dat er iets niet klopte.

Het leven ging door, ik ging door en deed ondertussen vrolijk mee met het self(ie) pimpen en fakebooken. Heerlijk om zo op beeld te zien hoe er niets schortte aan mijn geweldige, vrolijke en overall succesvolle leven.

Right …

Dodelijk vermoeiend en een one way ticket to hell. Ik voelde me niet gelukkig, miste iets maar wist niet wat. Mijn scheiding leek even het antwoord maar ook het ongelukkig zijn in deze relatie bleek meer een symptoom dan de werkelijke oorzaak. Een teken aan de wand: uiteindelijk zakte de wankele -want onechte- bodem waarop ik stond onder mij uit.

En ik? Ik verzoop.

F*ck it

Het kostte wat maar godzijdank lukte het me ook weer boven te komen. In een proces dat toen begon en als het aan mij ligt niet meer stopt, kwam ik erachter waar het misging en hoe dat neerkwam op slechts één simpel feit:

Ik hield mijzelf permanent voor de gek

Toen dit kwartje viel, viel het snoeihard en ik besloot: Nooit.Meer.Fake. Ik vond hiermee niet alleen mijzelf terug maar ook de moed om stap voor stap te gaan staan voor wie ik ben en wat ik doe.

En steeds als het lukt onvoorwaardelijk naar mijzelf te zijn, ben ik gelukkig. Een betere incentive bestaat niet!

Good, bad en ugly

Mijn uitingen, waar en op welke manier dan ook, zijn sindsdien een vertaling van mijzelf en niet meer die van een ander. Of het nou in een face-to-face gesprek is, online of op papier. Met mij krijg je mijn good, mijn bad én mijn ugly. Want alleen dan klopt het.

Alhoewel, ugly? Bijhorende foto’s zijn soms met filtersausje overgoten. Zeker, ik ben pre-cies goed zoals ik ben. Én …. er is altijd ruimte voor verbetering. Dat ook.

Change your game; verjaag je innerlijke reptiel

image

Mijn wereld keert naar binnen: waarneming vanuit ogen en oren versmalt en dempt, hersens werken trager, hartslag versnelt. Ik krijg het heet en koud tegelijk en hang tussen twee impulsen: wegwezen of to charge and kill?!  

Zie hier de reactie die ik bij mezelf waarnam toen ik werd geconfronteerd met een stress-trigger. Naderhand was ik verbaasd over het verwoestende effect dat een ogenschijnlijk klein incident op mij had.

App die mij van mijn sokkel sloeg

Het incident? Een app-bericht over iets wat ik gezegd zou hebben en wat daar de consequentie van zou kunnen zijn.

Doe normaal: dat is te onbeduidend om bij stil te staan!

Ja, dat zou je zeggen. Maar voor mij kennelijk niet want het was onwaar, raakte aan mensen die ik liefheb en ik kon me er niet tegen verdedigen. Teveel voor mijn brein om aan te kunnen en mijn innerlijke alarm ging op rood: gevaar!

Het brein en de werkende lagen

Ooit leerde ik iets over de werking van de hersenen in 3 met elkaar communicerende lagen. In een versimpelde notendop: vanuit het reptielenbrein worden de meest basale functies aangestuurd waarmee wij (over)leven. Ook huizen daar onze primaire impulsen fight, flight en freeze die we ervaren in overlevingssituaties. In ons zoogdierenbrein zitten de emoties en het geheugen dat ermee is verbonden. Er omheen ligt de ratio die ons helpt bij het nadenken, verbanden leggen, keuzes maken en zelfreflectie.

In goede onderlinge samenwerking maken deze drie brein-lagen dat wij ‘normaal’ doen.

Reductie tot reptielenstatus

Als hevige stress om de hoek komt kijken, blokkeert de zuurstofstroom naar je ratio en werkt relativerende deel van je brein even niet. Dan nemen negatieve emoties en jouw overlevingsgedrag het over. Simpel gezegd kom je terecht in een staat van disfunctioneren: het reptiel zwaait de scepter.

Koppeling herinnering-emotie-gedrag   

Overlevingsgedrag ontstaat in je vroege jaren. Je maakt dingen mee die jouw primaire impulsen prikkelen en daar negatieve emoties aan koppelen. Het brein onderscheidt geen ‘toen’ en ‘nu’, zij vindt het één pot nat. In je leven komen steeds situaties voorbij die voor jouw brein diezelfde emotionele lading hebben en daarmee hetzelfde primaire gedrag oproepen. Een kleine, onbeduidende trigger kan hierdoor een groot emotioneel gevolg hebben en daaraan gekoppeld onevenredig primair (lees: woest) gedrag.

Wat kun je doen?

Op een moment van grote stress is alle aandacht bij jouw primaire impulsen, je wilt vechten of vluchten! De kunst is om de aandacht te verleggen en zo het systeem te herstellen. Als dat lukt, kun je weer helder denken en doen. De oplossing zit ‘m in het adem halen en het ont-spannen van je spieren.

Adem in, adem uit

Rustig en diep ademhalen brengt die zuurstofstroom weer op gang. En omdat ons brein zich graag laat afleiden door plaatjes, helpt het extra de weg van je adem te visualiseren: door neus, keel en borst naar je buik, het daar even rond laten gaan en dan dezelfde weg weer terug.

Kom in beweging

Je systeem staat strak, klaar om te vechten of heel hard weg te rennen. Die spanning moet eraf. Dat kan simpel door je spieren even extra aan te spannen, de ontspanning volgt daarna vanzelf. Zo werkt ons lijf nou eenmaal. Daarom is sporten ook zo goed. En seks. En schrijven.

Hallelujah, dát klinkt makkelijk! Het herstel zit gewoon in het bewust gebruik maken van wat er al is; je adem en je spieren!? Ja, dat klopt. En als je je daar eenmaal echt van bewust bent, dus niet omdat je het nu gelezen hebt maar na lang en veel oefenen en toepassen en dan nóg eens (en nog eens), gaat het jouw game changer zijn. Ik beloof het je.

Dat appje dus?

Midden in mijn stressreactie als gevolg van dat stomme appje, terwijl ik niet in staat was te bewegen, mijn mond kurkdroog voelde en ik zag dat de kinderen tegen me praatten, maar ik me niet kon focussen op wat zij zeiden, realiseerde ik me wat er aan de hand was: mijn reptiel zwaait de scepter! Dus ik deed wat ik heb geleerd: ik haalde een paar keer heel diep adem, stond op en maakte een paar kniebuigingen (je moet toch wat terwijl drie kinderen je aanstaren) en keerde als vanzelf terug.

“Wat doe je mam?”

“Oh, niets bijzonders liefje, ik verjaag even een vervelend beest …”