Couleur locale – Een haag van Zelfbeschikking.

IMG_3081

“Nououww zeg. Die mag óók wel eens wat aan d’r hèg doen!?!”

Voorbij tour-fietst een stel van een jaar of 65-70 dat door de jaren heen op elkaar is gaan lijken. Diepbruine, enigszins verweerde gezichten van het vele buiten zijn, allebei kort grijs haar. Hij in een knielange broek met van die aantrek-touwtjes onderaan, zij met driekwart-broek met ook aantrek-touwtjes onderaan. Alles in ton-sûr-ton kaki en gebroken wit.

Ongeacht waar je bent in Nederland, kom je hen tegen, zeker ook hier in dit dorp. Hardop de omgeving becommentariërend met alleen hun eigen referentiekader als maatstaf. Ongehinderd door het besef dat ze goed hoorbaar zijn omdat ze, rekening houdend met elkaars en eigen afnemend gehoor, best hard praten. Tegelijkertijd denk ik niet dat het hen iets kan schelen, want wat zij vinden mag door de wereld gehoord worden.

Maak mij gek: kleinburgerlijke bemoeizucht met van alles waaronder de uiterlijke omstandigheid van andermans woon- en dus persoonlijke ruimte. Het heeft op mij het kinderachtige effect dat mijn hakken zich in het zand begraven: ‘Piss off, ik doe lekker helemaal níets meer aan die heg..!’

Maar goed, dit terzijde.

Want mijn heg en ik, wij hebben een bijzondere relatie, ontstaan doordat ik mijn heg al jaren met de hand snoei. Jazeker, met de hand! Het startte toen ik hoogzwanger dit door de heg omzoomde huis betrok en in een vlaag van nestdrang bedacht dat ie geknipt én geschoren moest. Ik vond een grote, loodzware heggenschaar en wierp me met ’n evenzo loodzware buik op de klus.

Ik herinner me talloze mensen, lieve buren en vreemden, die voorbij kwamen en stil bleven staan. Kennelijk bood het een wonderlijk plaatje. Sommigen complimenteerden mij met mijn ijver, anderen maanden me bezorgd tot rust en voorzichtigheid en weer anderen gaven me tips – ook uit zorg maar vooral die voor de toekomst van mijn heg. Minzaam nam ik alle zijlijn-commentaren in ontvangst, strekte mijn rug nog maar eens en ging stoïcijns verder.

Zwoegend en zwetend ondervond ik dat het therapeutisch werkte: knip-knip-knip door al die takjes, korte metten makend met … ja, met wat precies? Hoe dan ook, het gaf me het gevoel van een vrolijk en vooral stoer soort zelfbeschikking: Kloddertje roze hier, Takje minder daar, Mijn kind, Mijn huis, Mijn heg!

Zo ben ik dat blijven doen, jaar in jaar uit en word sinds een jaar of 5 geholpen door mijn zoontjes. En iedere keer komen ze, de goedbedoelde maar ongevraagde en daarmee lichte ergernis opwekkende opmerkingen van de buurt-schippers aan wal. Onze lol is dat wij elkaar later vertellen wat we allemaal opgevangen en geantwoord hebben, sommige uitwisselingen zijn inmiddels tot gimmick verworden: “Zeau, jai ben hier wel effe mee bezig, hè?” ‘Ja dat klopt, en zo makkelijk is het nog niet hoor, best lastig om het recht te doen.’ “Hm. Ja. Nou. Dòt zien ik!!”.

Schuldbewust moet ik bekennen dat de heg na 15 jaar zelfbeschikkend geknip, inderdaad van schots naar uitermate scheef is gegroeid, twee meter dik is, ik door dit alles niet zo goed weet hoe of waar ik nu moet beginnen en niet verder kom dan er halfslachtig naar staren. Mijn kinderen wil ik dit toch ook niet aandoen: het is tijd voor een drastische maatregel.

Dezelfde jongen die 6 jaar geleden bij wijze van hobby-bijbaan mijn zelfbedachte tuinset uit hout tevoorschijn wist te toveren en nu op zijn 23e een florerend tuinbedrijf heeft met 14 man in dienst, gaat mijn heg onderhanden nemen. Want mijn trouwe therapeut verdient niets minder dan een echte local hero!

En ik? Ik ga er die dag eens goed voor zitten. Het zal wel even wennen zijn maar ik heb zo het vermoeden dat dit een veel relaxter vorm van zelfbeschikking gaat zijn…

 

 

Een ‘zwakte’ delen? Da’s ijzersterk.

moed_

Setting: teamsessie voor een opdrachtgever. Doel: betere teamperformance vanuit meer samenhang en onderlinge verbinding.

Aarzelend vertelt hij:”Ik ga binnenkort scheiden. Het is onverwacht pijnlijk, triggert allerlei mechanismen en emoties. Ik probeer het wel maar soms lukt het me niet dit te controleren. Ik voel me alsof ik in de boksring sta en klappen krijg in een ronde die maar niet ophoudt. De dagelijkse bezigheden kosten mij daardoor veel meer energie kosten dan normaal. Of misschien bedoel ik dat ik er minder energie voor heb. Hoe dan ook, ik heb het op dit moment zwaar en heb besloten dit nu te delen, zodat jullie begrijpen waar ik vandaan kom.”

Zijn stem breekt, zijn gezicht staat verdrietig en hij kijkt naar beneden. Het lukt hem even niet de anderen aan te kijken. Iedereen is stil. Het is een goede stilte. Zo één die meer zegt dan woorden.

Ineens begrijpen de anderen waarom hij zich de laatste tijd niet vol energie op elke nieuwe aanvraag stort, af en toe een extreem kort lontje heeft of zich meer dan normaal in zijn kantoor terugtrekt. Ze knikken instemmend, hebben hem gehoord.

Het team: leiders in een competitieve, high-performance omgeving, waar de druk hoog is, zaken op het scherpst van de snede worden bediscussieerd en men elkaar met name beoordeelt op de harde resultaten en cijfers. Het soort omgeving waarin je zou denken dat het niet handig is voor iemand om zich kwetsbaar op te stellen: te laten zien dat het even minder goed gaat en waarom dat zo is.

Toch heeft hij het erop gewaagd, uitgenodigd door de setting waarin we met elkaar zitten. Weg van het werk, op een prettige plek die voelt als thuis en met een duidelijke opdracht: vertel elkaar wie je bent, in het licht van jouw rol als leider en als lid van dit team van leiders. Deze opdracht laat voldoende ruimte om te beslissen wat ieder precies vertelt. Alleen het goede nieuws of laat men meer zien: naast the good ook de bad en misschien zelfs wat ugly?

Dan moet je wel durven. Jezelf openstellen en vertellen zou kunnen leiden tot het krijgen van nog meer klappen. Want in veel werkomgevingen is het écht persoonlijk levelen niet gebruikelijk en zijn angst-gestuurde gedachten leidend: “Wat zal men wel niet van mij denken?”, “Straks stort ik al pratende in en dat is wel het láátste wat ik hier wil..”. De inwendige criticus die hardvochtig kan zijn: “Dit is een teken van zwakte!” of het tribaal onveilige “Ik word aan de kant geschoven als ik me gewond toon.”

Het mooie is, een ander vindt degene die zich openstelt meestal allesbehalve zwak. Eerder sterk. En eerlijk. Als iemand die betrouwbaar is, omdat hij niet zomaar tegen beter weten in doorworstelt maar blijk geeft van zelfinzicht en om hulp durft te vragen. Een moedig iemand dus.

En natuurlijk zijn er gradaties waar het ‘openheid’ betreft. Die collega wiens doopceel iedereen kan opsommen omdat het deksel van díe put ongevraagd maar wel permanent gelicht wordt? Dat betreft een karikaturale uiting van openheid, het soort dat geen ruimte geeft maar vooral ruimte neemt en waar de meesten van ons zich uit eigenbehoud voor afsluiten, ook wel TMI genaamd: Too Much Information.

Indrukwekkend wordt het als het gaat om iemand die zijn angst en ego ondergeschikt durft te maken aan het grotere geheel en daarmee een belangrijke bijdrage heeft aan de onderlinge verbinding en het doel dat met elkaar wordt nagestreefd. Die zich zaken afvraagt als: wat in mijn leven was of is van invloed op wie ik ben, op wat ik kan en op wat er van mij in dit spelersveld wordt verwacht?  Kan ik optimaal zijn en leveren of doe ik er goed aan meer over mezelf te delen? En om ervoor te zorgen dat de boel niet stagneert in de tijd dat ik mezelf op de rails krijg, wat heb ik dan nodig van wie en wat hebben zij nodig van mij?

Jezelf laten zien voor hoe het écht zit, is een teken van kracht en volwassenheid. De goede en de minder goede kanten, of ze nou tijdelijk zijn of permanent.

Ik beschrijf nu een werksituatie maar het geldt evengoed voor thuis; met geliefde, kinderen en vrienden.

Jouw persoonlijke openheid betekent dat jij iets geeft en daarmee een ander in staat stelt hetzelfde te doen. Verbinding volgt vanzelf.

Hij zucht, nu van opluchting, kijkt op en ontmoet medeleven, begrip, bemoedigende knikjes. Een hand op zijn schouder. De geledingen sluiten zich: veilig. Hij ademt diep in en voelt voor het eerst in tijden weer wat lucht en de belofte van goede energie.