De sportschool is, ondanks alle lieve mensen die er werken, mij allerhartelijkst welkom heten en vertellen dat mijn BMI zo prachtig is evenals mijn lengte vs. gewicht verhouding, een voor mij absolute lijdensweg. Die weerstand gaat over van alles behalve het sporten zelf. Wonderlijk.
“Vol goede moed begon ik aan een 4 weekse train-je-fit-actie bij de sportschool. Na 1 week wist ik weer waarom ik nooit naar een sportschool ga. Ik heb daar een heleboel heel goede redenen voor.
- De hoeveelheid mensen die ik er ken en tegenkom terwijl ik in alle anonimiteit dacht mijn vet te kunnen verbranden, mijn spieren te kweken en vele kwabben te doen slinken.
- Al die apparaten die veel te dicht op elkaar staan, zodat ik de zweetspetters van mijn buur -in dit geval meestal- man opvang.
- De stampende muziek die mij eerst even lijkt mee te nemen en op te zwepen maar na 5 minuten vooral een snerpend eentonige bas in mijn hoofd is geworden.
- Andere dames die precies daar waar ik een of andere ingewikkelde lunge-oefening aan het doen ben, staan uit te rusten en ondertussen mij goedbedoeld aansporen of vertellen wat er niet klopt aan mijn techniek. Jaha, ik wéét het! Want ik voel me zwaar zelfbewust terwijl ik met mijn kont raar naar achteren die loodzware-maar-ondertussen-allerkleinste-kettlebells de lucht in zwabber. En daarom wil ik dus niet weten dat ik bekeken word!
- Heren die je van 1 meter afstand strak aankijken terwijl zij met paars gezicht gewicht-trekken-of-drukken-pin-me-er-niet-op-vast en ik met tomaatrood hoofd crunches maak. Dit terwijl ik ronduit kwetsbaar op een of ander device in de lucht zweef en die beweging niet kan maken zonder het uitstoten van groots gekreun. Ik wil echt niet weten wat hun gedachten op dat moment zijn.
- Dat personal trainingschemaatje waarop staat: 3x 45 seconden in de plankstand. Ik kan dat maar 1 keer! En ben dus permanent tegen de klippen op aan het lopen.
- De proteïne shakes die ik schijn te moeten drinken nadat ik me heb afgemat omdat anders die ene zojuist opgebouwde gram spier weer afbreekt. Alles wat ‘moet’ daar heb ik een hekel aan maar ik voel me helemáál zinloos als ik ze niet neem want waar doe ik het dan voor?!
- Al die blije mensen. Blij omdat ze superfit zijn. Blij omdat ze nu pijn voelen waar ze straks nog fitter van zijn. Blij omdat het fit-zijn en het naar die sportschool gaan pront en optimistisch ingevlochten zit in hun dagelijks schema terwijl ik me erheen moet slepen. Ik ook zo fit wil zijn maar er net niets voor wil doen en in alle eerlijkheid vooral jaloers ben op die fitte blijheid, afgezet tegen mijn kwabbige-grumpyness-met-nixpack.
- Ja, ik weet dat die laatste bullet alles over mij zegt.
- …
- Dat doet dit hele verhaal.
- …
- Nou en?!
- …
- Mag ik alsjeblieft al wijn?”