Vloeibaar

We zitten in een warm restaurantje en vieren dat het weekend is, mijn 3tal en ik. Het zijn drukke tijden waardoor de balans is verschoven naar een groter appèl op hun zelfzorgend vermogen. Zij doen dat ongelooflijk goed en ik ben trots op ze. En ook hebben we nu behoefte aan elkaars nabijheid en samen-zijn. Even hergroeperen.


Ineens vraagt de jongste: “Mama? Ik vroeg me af hoe dat is voor jou als je alleen thuis bent en wij bij papa? Vind je het dan heel saai om alleen te eten?”


Zijn plotse, directe vraag slaat in als een bom.


Ik kan ze niet meteen aankijken; zo’n précair moment waarop de impact van mijn reactie bepalend kan zijn. Ik wil niet dat zij zich ooit schuldig voelen over iets dat met onze scheiding verband houdt. Maar ik wil ook eerlijk zijn. Dat heb ik ons beloofd.


Ik neem zijn vraag even mee naar binnen en tot mijn verrassing landt-ie, na de eerste schok, heel goed. Ik kijk op en ontmoet 3 paar verschillend vragende ogen. Die van jongste vloeibaar dwingend, middelste met een rustig willen weten en oudste lief en tegelijkertijd op haar hoede. Voor allen het antwoord van belang.


“Wat een lieve vraag. Mijn eerlijke antwoord is dat ik helemaal heel ben mèt jullie, maar ook alleen. Dus ook dan ben ik oprecht oké.”


4 Paar ogen ontspannen, de mijne nu vloeibaar.

Come rain or shine

De leukste vind ik je toch wel.

.

Ook al vond ik het hier zelf, ondanks de nog best wat onwennigheid van het moederschap, een stukkie comfortabeler met je.

.

Toen we het alleen nog hadden over rijstwafeltjes, of toch een snoepje, of ik wel of niet mee wilde naar de eendjes en als ik niet mee wilde ik tóch mee moest, of je nog héél eventjes nóg een verhaaltje kreeg voorgelezen en dat soort zoets.

.

In plaats van over ‘shotjes’, er zit ‘maar’ 12% in die limoncello die wij dronken. Oh nee, 14 maar dat zit toch ook gewoon in wijn en het wel of niet je iets herinneren van dat ene feestje of festivalletje.

.

Hoe jij ziet dat ik iedere keer weer manmoedig en met open mind aan zo’n gesprek begin, en dan wat listige details loslaat waardoor mijn lach het toch weer op mijn lippen besterft.

.

Hèt moment waarop jij wacht om dan met besmuikte blik, sardonische grijns en zogenaamd bemoedigend klopje op mijn hoofd te zeggen dat het met jou echt allemaal best meevalt…

.

Killing.

.

Ik hang tussen het ‘ik-wil-alles-weten-mij-kun-je-alles-vertellen’ en het ‘beter-weet-ik-niets’. En ik zie het aan je leuke, stoute ogen: jij geniet van mijn gespartel.

.

Maar ja. Come rain or come shine.

.

Ik vind je toch de leukste.

❤️

Tonen

Mijn kleine grote vriend had geen goede middag. Er ging het een en ander naar zijn idee heel erg mis en hij voelde zich daar, tot dikke tranen aan toe, erg rot over.

Gelukkig had hij dansles. Daarna voelde hij zich al iets beter.

Inmiddels is het avond, de misère is weliswaar voor een goed deel voorbij maar zingt vanuit de schaduwen nog wat na, nauwelijks hoorbaar maar de trilling van zijn tonen wel aanwezig.

Dan, als ik hem bij het naar bed gaan een dikke goede-nacht-kus kom brengen, zit daar een ineens verheugd mannetje mij op te wachten: “Eigenlijk hè, mam, ben ik een geluksvogel. Want vooral door de mensen die er voor mij zijn! Door de mensen die ik ontmoette, kwam ik bij OnYourFeet terecht. Daar leerde ik weer iemand kennen waardoor ik naar een Supergave voorstelling mee mocht. Door opa en oma zie ik veel dans en zang. En dankzij papa en jou kan het allemaal….”

Een grote aai over zijn bol: “Dank je wel, mannetje. Wat goed dat jij kunt bedenken waar je dankbaar voor bent. Voel je je nu ook beter?”

“Ja”, tevreden gaat hij liggen.

En ik vertel hem dat hij zichzelf zojuist een heel belangrijke les heeft geleerd. Namelijk dat als je kunt denken vanuit dankbaarheid, je een gelukkiger leven hebt.

Dit kun je maar beter zo vroeg mogelijk snappen .. 🍀

Tradities

Terwijl ik mij uit de griep probeer te worstelen die me al ruim 1,5 week in de ban houdt, scharrelen mijn kuikens weer om mij en mijn huis heen, na een afwezigheid van vrijwel de gehele herfstvakantie. Ik kan niet goed onder woorden brengen wat mijn gevoel is om hen weer hier te hebben, maar ik denk dat ‘heilzaam’ in de buurt komt.

Toen het griepje begon, waren ze nog hier en maakten voor het eerst van hun leven mee dat ze de schooldag helemaal zelf moesten starten omdat hun moeder niet in staat was haar opwachting te maken. De volgende dag vertrokken ze naar hun vader. Niet uit onvrede maar omdat dit nu eenmaal zo was afgesproken.

Ik verheugde mij op een aantal dagen alleen om beter te worden. Dit laatste gebeurde niet en het alleen voelde ineens wel Heel Alleen. De vierde dag na hun vertrek voelde ik me zo zielig dat ik bedacht dat er op deze manier toch allemaal helemaal NIETS meer aan was.

Gelukkig gaan dit soort momenten voorbij en kwamen zij ook weer terug, vrolijk en blij mij te zien. Het jaargetij helpt; veel knus binnen, kaarsjes aan en met z’n allen op de grond liggend spelletjes doen.

Ineens roept de jongste dat het Halloween is. Even heeft dit een ernstig verstorend effect op mijn gevoel van rust. Ik vind Halloween zo ongeveer een van de stomste niet-eigen-tradities-waar-wij-wel-aan-mee-doen; van hysterisch gegraai aan de voordeur. Ik weet niet exáct waarom maar deze folklore drukt bij mij op een heel allergische knop die gaat over dingen als primaire hebberigheid/ongecontroleerd/grenzeloosheid.

“Mama, we moeten nog even snoep in huis halen voor als kinderen langskomen!”

Ik wil zijn plezier niet verpesten dus laat hem zijn gang gaan dit te organiseren. Een grote bak zoete ellende en 3 paar hebberige ogen en handen is het tussen-resultaat.

“Oké guys, nu afblijven van die bak anders is het op voordat er ook maar één zo’n club schreeuwertjes is langsgekomen.”

Normaal is het vanaf 19.00 uur bal. Nu blijft het oorverdovend stil. Er wordt niet aangebeld. Geen enkele hysterische Halloweenganger rammelt aan onze voordeur.

Om 20.30 uur constateert de middelste: “Dit is ook een straat met alleen maar ouwe zeikerds die niets geven.”

Jongste: “Ja maar, EN wíj…”

Ik vertel hem maar niet dat ik de vorige twee jaar tussen 19 en 21 uur net heb gedaan alsof er niemand thuis was. Gewoon, omdat zíj er niet waren en ik Halloween stom vind.

Jongste haalt zijn schouders op en kruipt nog wat dichter tegen mij aan op de bank, oogjes vragend.

“Ja oké vent, pak die bak maar.”

Verheugd springt hij op en haalt alle snoep. De wolfjes die verstopt zitten onder al die kuikenveren vallen als één ongecontroleerd aan en stoppen pas als de bak helemaal leeg is.

Zoals ik al zei: heilzaam …