Tulband

07.40 uur. Middelste voegt zich bij me: “Goedemorgen, vriend”. … “Grrmmmpfff”, krijg ik terug. Prima, ik snap wat hij bedoelt.

Even later, wakkerder: “Mam, ik heb zo die wiskundetoets. Ik doe Teams op mijn eigen laptop maar ik moet in de laatste 5 minuten iets terugsturen uit Dropbox met de jouwe, oké?”

“Ja, ik heb daar rekening mee gehouden, neem maar mee.”

10 Minuten later loop ik naar boven, in kamerjas en met handdoek-tulband nog op mijn hoofd dat vol zit met wat ik nu zo moet doen en de timing waarin: 2 calls en een sessie die ik vooraf nog even extra wil doorlopen.

Wreed word ik uit mijn focus-bubbel getrokken door paniekerig gesis uit zijn kamer: “Máhmm! We beginnen zo maar jouw láp-tóp doet niets!”

Ik en niet werkende digitale apparaten zijn een slechte combi. Zeker nu op zo’n moment. Ik probeer iets, er gebeurt niets, dus op slag geïrriteerd ontlaad ik: “Sh*t, gdvr, ik krijg ‘m ook niet aan de praat!” En mopper hardop nog een paar ergere dingen.

Achter me: “Mama. je bent in beeld hoor..”

Met een ruk draai ik me om en staar met tulband en te korte kamerjas in het grijnzende gezicht van de wiskundeleraar. Dat van mijn zoon doet er niet voor onder.