
Mijn wereld keert naar binnen: waarneming vanuit ogen en oren versmalt en dempt, hersens werken trager, hartslag versnelt. Ik krijg het heet en koud tegelijk en hang tussen twee impulsen: wegwezen of to charge and kill?!
Zie hier de reactie die ik bij mezelf waarnam toen ik werd geconfronteerd met een stress-trigger. Naderhand was ik verbaasd over het verwoestende effect dat een ogenschijnlijk klein incident op mij had.
App die mij van mijn sokkel sloeg
Het incident? Een app-bericht over iets wat ik gezegd zou hebben en wat daar de consequentie van zou kunnen zijn.
Doe normaal: dat is te onbeduidend om bij stil te staan!
Ja, dat zou je zeggen. Maar voor mij kennelijk niet want het was onwaar, raakte aan mensen die ik liefheb en ik kon me er niet tegen verdedigen. Teveel voor mijn brein om aan te kunnen en mijn innerlijke alarm ging op rood: gevaar!
Het brein en de werkende lagen
Ooit leerde ik iets over de werking van de hersenen in 3 met elkaar communicerende lagen. In een versimpelde notendop: vanuit het reptielenbrein worden de meest basale functies aangestuurd waarmee wij (over)leven. Ook huizen daar onze primaire impulsen fight, flight en freeze die we ervaren in overlevingssituaties. In ons zoogdierenbrein zitten de emoties en het geheugen dat ermee is verbonden. Er omheen ligt de ratio die ons helpt bij het nadenken, verbanden leggen, keuzes maken en zelfreflectie.
In goede onderlinge samenwerking maken deze drie brein-lagen dat wij ‘normaal’ doen.
Reductie tot reptielenstatus
Als hevige stress om de hoek komt kijken, blokkeert de zuurstofstroom naar je ratio en werkt relativerende deel van je brein even niet. Dan nemen negatieve emoties en jouw overlevingsgedrag het over. Simpel gezegd kom je terecht in een staat van disfunctioneren: het reptiel zwaait de scepter.
Koppeling herinnering-emotie-gedrag
Overlevingsgedrag ontstaat in je vroege jaren. Je maakt dingen mee die jouw primaire impulsen prikkelen en daar negatieve emoties aan koppelen. Het brein onderscheidt geen ‘toen’ en ‘nu’, zij vindt het één pot nat. In je leven komen steeds situaties voorbij die voor jouw brein diezelfde emotionele lading hebben en daarmee hetzelfde primaire gedrag oproepen. Een kleine, onbeduidende trigger kan hierdoor een groot emotioneel gevolg hebben en daaraan gekoppeld onevenredig primair (lees: woest) gedrag.
Wat kun je doen?
Op een moment van grote stress is alle aandacht bij jouw primaire impulsen, je wilt vechten of vluchten! De kunst is om de aandacht te verleggen en zo het systeem te herstellen. Als dat lukt, kun je weer helder denken en doen. De oplossing zit ‘m in het adem halen en het ont-spannen van je spieren.
Adem in, adem uit
Rustig en diep ademhalen brengt die zuurstofstroom weer op gang. En omdat ons brein zich graag laat afleiden door plaatjes, helpt het extra de weg van je adem te visualiseren: door neus, keel en borst naar je buik, het daar even rond laten gaan en dan dezelfde weg weer terug.
Kom in beweging
Je systeem staat strak, klaar om te vechten of heel hard weg te rennen. Die spanning moet eraf. Dat kan simpel door je spieren even extra aan te spannen, de ontspanning volgt daarna vanzelf. Zo werkt ons lijf nou eenmaal. Daarom is sporten ook zo goed. En seks. En schrijven.
Hallelujah, dát klinkt makkelijk! Het herstel zit gewoon in het bewust gebruik maken van wat er al is; je adem en je spieren!? Ja, dat klopt. En als je je daar eenmaal echt van bewust bent, dus niet omdat je het nu gelezen hebt maar na lang en veel oefenen en toepassen en dan nóg eens (en nog eens), gaat het jouw game changer zijn. Ik beloof het je.
Dat appje dus?
Midden in mijn stressreactie als gevolg van dat stomme appje, terwijl ik niet in staat was te bewegen, mijn mond kurkdroog voelde en ik zag dat de kinderen tegen me praatten, maar ik me niet kon focussen op wat zij zeiden, realiseerde ik me wat er aan de hand was: mijn reptiel zwaait de scepter! Dus ik deed wat ik heb geleerd: ik haalde een paar keer heel diep adem, stond op en maakte een paar kniebuigingen (je moet toch wat terwijl drie kinderen je aanstaren) en keerde als vanzelf terug.
“Wat doe je mam?”
“Oh, niets bijzonders liefje, ik verjaag even een vervelend beest …”