Franse Alpen + kinderen = avontuur-activiteiten, I like! In mijn enthousiasme vergeet ik dat ik minder houd van gapende dieptes. Balancerend boven een ravijn slaat de angst en daarmee een freeze toe: HELP! Hoe, in hemelsnaam, krijg ik mijn controle terug?
Daar sta ik dan, halverwege een 40 meter lange staalkabel die gespannen is over een ravijn van minimaal evenzoveel meter diep. Een woest bergbeekje stroomt hard onderdoor in die genadeloze diepte. Mij extra benadrukkend dat ik ergens ben waar ik niet wil zijn.
Een zekering is nog geen vérzekering
Natuurlijk ben ik gezekerd, via twee stevige staalkabels aan weerszijden van mij. Niets aan het handje, zou je denken. Maar ik krijg, na de eerste 15 meter al wiebelend vooruit geschuifeld te zijn, ineens de ene voet niet meer voor de andere. Stokstijf stil met gekruiste benen en een totale verstijving in mijn lijf en hoofd.
Gewiebel en geduw
Wat niet helpt, is de jolige wiebelaar zo’n 20 meter vóór mij, die de kabels voor mijn gevoel een meter doet uitslaan en de hijgende adem van mijn 7-jarige in mijn nek. Hij gaat ook over deze kabel. Natuurlijk; hij doet het allemaal en alles met een noodgang. Ongeduldig geremd in zijn snelheid, vraagt hij zich af waarom zijn moeder zo tergend langzaam gaat en vooral waarom híj of all people de pech heeft achter haar te zitten.
Stoere moeder
“Mahammm!! Schiet eens op, mam! Mamáááá, mag ik al? Wáárom sta jij de hele tijd stil? Je staat trouwens heel raar met je BIL naar achter…. Nou, ik GA hoor!! Pfffffff, jij bent toch zo stoer?!” Zijn misgenoegen druipt ervanaf en ik vind mijn eigen kind onberedeneerd een ontzettende naarling.
Grond voelen
Mijn hele leven al vind ik dieptes eng. Zolang ik een vorm van vaste grond onder mijn voeten heb, is er niet veel aan de hand, slechts af en toe een weeïg gevoel in mijn maag dat mij nooit heeft belemmerd. Niet bij het afdalen van hoge en steile skipistes of het beklauteren van bergwanden, niet tijdens het bezoeken van culturele hoogstandjes zoals de toren van Pisa of de Duomo in Milaan. Zelfs niet bij het omhoogklimmen via best hoge ladders. Maar dít…?!
Freeze: figuurlijk bevroren
Ik draai mijn bovenlijf stijfjes en voorzichtig 90 graden in de richting vanwaar ik kwam, om het briesende baasje achter mij tot kalmte te manen:
“Zeg vriend, heb jij wel door hoe stoer ik inderdaad ben? Ik sta hier, midden op dit touw, terwijl ik E-NOR-ME hoogtevrees heb! Maar ik stá hier wel, ja?! … NEE, NIET bewegen!”
Gesnuif valt mij ten deel, alsmede een driftige ruk aan de zijkabels. Rotjoch!! Totale paniek verlamt mijn armen, mijn benen en mijn hoofd. Een klassieke Freeze: Ik.Kan.Dit.Niet. Ik houd mijn adem in en beweeg niet meer.
Overleven is ademhalen
Toch zal ik wel moeten; het is dát of hier op dit nare draadje blijven staan. Ik moet de controle over mezelf terugkrijgen en die freeze uit mijn hersenpan weren: “Je kunt het, je weet het, denk na; hoe moet dat ook al weer?” Door deze afleiding begint in mijn bevroren brein iets te dagen over ademhalen en blijven leven. De vernauwing van mijn bewustzijn verbreedt zich en in de ruimte die ontstaat, vervang ik de gedachte “Ik.Kan.Dit.Niet” door “Rustig en diep ademhalen”.
In godsnaam; gá!
Met deze poging tot ontspanning glijdt iets van de verkramping van me af en langzaam komt wat gevoel terug in mijn ledematen. Ik kan de ene voet voor de andere schuiven en de overkant komt dichterbij! Het gaat langzaam maar ik klaag niet: als ik in godsnaam maar ga.
De acrobaat vóór mij is allang weg en de driftige drukker achter mij block ik: “Hij is er niet, hij is er niet, hij is er niet!” En verdomd, ook dat werkt: voor even ís hij er niet.
De boom is mijn moeder
Met een woeste kreet van opluchting werp ik mezelf tegen de boom die het einde van de overtocht markeert en klamp me eraan vast alsof het mijn moeder is. Ik ben gered. Ik.Kon.Het.Toch!
PS mijn zoon is bij aankomst, 0,1 seconde na mij en met één blik op mijn gezicht, ook trots op mij. Hij vertelt aan iedereen dat het weliswaar leek alsof ik een bangebroek-met-bil-raar-naar-achteren was, maar dat ik feitelijk stoer ben gebleken. En dat is hem geraden, want hij hing zéker aan een draadje.
(Dit verhaal is van vorig jaar en ook gepubliceerd via urbanchicks.nl .