Heb je dat wel eens gedaan: een opsomming maken van je eigen onhebbelijkheden, in ieder geval voor zover jij die zelf ziet of terugkrijgt? Ik wel, gistermorgen nog. Na een week in de sneeuw met kinderen en hun vader waarin ik weer eens een paar keer fijn tegen mezelf was aangelopen en zij mét mij, was het duidelijk weer tijd om eerlijk stil te staan bij mezelf.
Dus ik maakte een lijst van mijn mindere trekken en dat ging me verdacht makkelijk af. Als test heb ik het ‘gepubliceerd’ op Twitter, nieuwsgierig naar wat dit soort openheid doet op een medium waar je elkaar in principe niet kent, alleen digitaal en vooral vanuit een ‘zend’modus. Waar jij bepaalt wat iemand wel of niet van je te zien krijgt. Tegelijkertijd is Twitter een medium with a vengeance: doordat men elkaar verder niet kent is voor velen de grens om ergens of van iemand iets te vinden, vrij wazig. Tot mijn verrassing kreeg ik leuke reacties en (bijna) niemand ontvolgde me. Terwijl het toch niet mis is, die lijst van mij.
Tsja, het kan verkeren.
Waarschijnlijk raakt het in veel gevallen iets goeds bij een ander als je gewoon durft te zeggen wat je te leren hebt. Ik denk dat het een uiting is van iets authentieks en van een kwetsbaarheid die prettig gevonden wordt. Het is echt, want wie gaat zichzelf nou voor de lol profileren als ontploffingsgevaar of koppige ezel en het is herkenbaar want: “oh gelukkig, zij ook …”.
Ons leven is zo gericht op profilering en ‘zenden’; iedereen is er druk mee zichzelf op een optimale en daarmee onderscheidende manier voor het voetlicht te brengen. Dit is geen oordeel, ik doe het zelf ook op veel plekken en momenten. We zullen wel moeten om mee te kunnen in de vaart der volkeren en in hoe de maatschappij het wil. Maar het is wel vermoeiend, vind ik en juist niet onderscheidend, uiteindelijk. Onderscheidend is pas dat wat het totaal-pakket maakt: the good, the bad ánd the ugly.
Ik zie het ook op datingsites: iedereen is aardig, lief en leuk, vrolijk en fruitig, actief en sportief, ondernemend, drinkt alleen maar goede wijn uit halfvolle en niet halflege glazen, ziet er naar eigen zeggen goed uit (smaken verschillen), is in balans met zichzelf en recht zo-ie gaat. En kennelijk geldt dit altijd en de hele tijd en daarmee lijkt – in ieder geval in mijn ogen- iedereen op elkaar.
Niet spannend, niet geloofwaardig en eerlijk gezegd bere-saai. Is het niet juist het scheve tandje in de verder perfecte rij, de wat brede neus of het littekentje op je kin die jou Jou maakt en daarom leuk? En dus ook je felheid en licht-chaotische edoch competitieve aard?
Het is een verademing om zwak- en onvolkomenheden te bekennen. Niet als poging ermee te koketteren maar als pleidooi om ermee in het reine te komen; te staan voor wie en hoe je bent. In optima forma vele malen rijker en veelzijdiger dan alleen vanuit ‘the good’.
Daarom hierbij mijn craquelé selfie-op-schrift van onhebbelijkheden die ik in meer of mindere mate bezit:
Ongeduldig
Eerzuchtig
Vulkanisch
Lichtgeraakt
Lui
Vergeetachtig
Scherpe tong
Spottend
Kritisch
Koppig
Is dat alles? Nou, nee dus maar ik vond het voor nu genoeg om onder ogen te zien. Want mijn god, als iemand mij al een jaar of 40 hard aanpakt op alles wat er minder ok is aan mij, ben ik dat zelf wel.
Vandaar mijn blijdschap toen ik dit niet-sluitende lijstje had gemaakt, ernaar keek en tóch dacht: ”Ja, ik ben heel ok en goed in wat ik doe.” Dat vond ik bepaald een revelatie. Ik heb geen zin meer om gebukt te gaan onder wat er niet goed (genoeg) is. Het is allemáál goed genoeg want het is menselijk. Sterker nog, hoe meer onhebbelijkheden ik bedenk, hoe meer lol ik er in krijg. Ik weet namelijk ook wat er naast en tegenover staat. En vooral dát is belangrijk!
Ja, laten we onszelf maar bevrijden van het juk van picture perfect.