‘Mama, wie is die meneer? Hij heeft een lief gezicht want hij lacht en kijkt heel aardig.’
“Dat is Nelson Mandela. Hij was ook een lieve meneer, denk ik. En hij was in ieder geval een heel bijzondere meneer. Hij is overleden.”
‘Ja, want ik zie dat hij al heel oud is. Waaróm is hij dan een bijzondere meneer?’
“Nou, hij heeft heel lang in de gevangenis moeten zitten, omdat hij vond dat alle mensen gelijk zijn en vrij moeten kunnen leven en dat niemand beter is dan de ander. En toen ze hem eindelijk vrij lieten, gaf hij de boze mannen een hand in plaats van een klap.”
‘Écht!!?? Was hij dan niet héél boos op die mannen?’
“Ik denk dat hij dat zeker wel is geweest maar toen hij vrij was vond hij het veel belangrijker om dat te vieren en heel veel andere mensen daarmee te helpen. Daarom is hij bijzonder. Iedereen in de hele wereld kent hem.”
….
‘Mama? Ik wilde hem eigenlijk óók wel kennen.’