
“Ja. Sounds like a You-Problem.”
Mijn ogen vliegen open, wenkbrauwen verdwijnen onder mijn haargrens, mijn mond begint wat te zeggen, stopt dan, hapt alleen nog maar als een soort vis op het droge naar adem, en sluit.
Als een malle zoek ik ondertussen in mijn hoofd naar grip op wat ik zojuist hoorde. Omdat ik het niet snap: deze zin in combinatie met de mond waar-ie uitkomt…
Bloedserieus en mij recht aankijkend, met een klein uitdagend flikkertje in licht samengeknepen ogen want enigszins voorbereid op het gegeven dat zijn moeder niet bijster gesteld is op disrespectvol gedrag en – uitingen, neemt mijn jongste mijn reactie waar.
Langzaam ontspant zijn gezicht bij wat hij ziet, en komt er een geamuseerde glimlach rond z’n mond en ogen. Hij is tevreden over het op mij destabiliserende effect van zijn uitspraak.
Terwijl ik dit allemaal waarneem, valt het kwartje over zijn in eerste instantie in mijn ogen veel te brutale opmerking. Namelijk niet de woorden maar het wát hij er precies mee zegt. Want hij heeft gelijk: ik voel me ergens niet oké over en probeer dit op hem af te schuiven. En hij zegt gewoon: “Nee, dank je wel. Hou lekker bij je. Los het zelf op.”
Pats. Recht tussen m’n ogen. Vandaar dat ik het heel even niet zag.
Maar nu wel. En vanuit mijn tenen komt een golf van pret omhoog. Over deze interactie, zijn durf, zijn koppie. Hier kan ik alleen het hoofd voor buigen. Naar achteren wel te verstaan, met een grote schaterlach en een op dat moment nog onbestemd gevoel van lonkende vrijheid.
Dit is 2,5 jaar geleden en deze uitwisseling heeft op bescheiden wijze mijn leven veranderd. Zijn ene zin: “Ja. Sounds like a You-Problem” heeft in mij korte metten gemaakt met daar in de diepte galmende echo’s. Over valse verantwoordelijkheid voelen want opgelegd krijgen, en vandaar uit valse verantwoordelijkheid proberen af te dwingen door te projecteren.
Soms hè. Soms is iets gewoon precies het goede moment en de goede manier.
Mooi hoe dat werkt.