Deze twee vrolijke Fransen; ik ken ze niet en toch weet ik zeker dat ik ze ken. Als ik mijn ogen dicht doe, ruik ik de walm van huisgemaakte wijn en hoor ik hun schorre, krakende stemmen en genietende gegniffel.
Ruim een jaar geleden gingen we skiën in de Franse Alpen en zagen tijdens de lunch in een gezellige berghut deze foto aan de muur. Dit olijke duo toostte ons daar tijdens ons eerste tripje vanuit hun lijst toe en waar wij al als een blok voor elkaar waren gevallen, vielen we nu gezamenlijk voor hen.
Toen hij een paar maanden later met zijn kinderen in hetzelfde plaatsje was, bracht hij de Fransjes voor mij mee als cadeau. Een aandenken aan die fijne reis dat onmogelijk levendiger had gekund. Sindsdien hangen de heren in mijn keuken en kijk ik hen dagelijks vanaf de keukentafel recht in de lachende ogen.
Alweer een jaar mijn huisgenoten; zelfs als mijn kinderen er niet zijn, zijn zij er wel. Zulke aanwezigheid kruipt in je systeem, zoekt een plekje, gaat daar zitten en na een tijdje is het alsof het er altijd was. Zo levendig en zo bekend als tafereel, dat ik me ineens realiseer dat ik deze foto zélf heb genomen. Met mijn verbeelding die zo sterk is dat hij waar wordt.
In geur en kleur haal ik mij de middag voor de geest: onze ontmoeting op die zomerse Alp, zij even een rustmoment van het harde werk, de zoemende vliegen in kat-en-muis met de ezelstaart, de lome warmte, de geur van droog gras, het geanimeerde gesprek en hun onderlinge plagerijtje. De meest uitgesproken van het tweetal vol bravoure en onverstaanbaar terwijl zijn copain met de stille pret zacht in zijn ogen.
Wij zoemen, knikken en lachen mee, slaan eerst een glas af en daarna toch maar achterover. Ik trek een scheel gezicht van het alcoholpercentage dat vanuit het niets door mijn aderen vloeit en zij slaan zich op de knieën. In een kort maar diepgevoeld moment van verbondenheid lachen we elkaar toe en ik maak de foto. Dan au revoir-en wij ietwat wankel, voldaan en zielsgelukkig verder, de koesterende zonnestralen nog lang en lekker warm op onze rug.
Ja; zo’n middag, zo’n ontmoeting. Jij was er ook bij, toch?
“There is good evidence that imagining oneself performing an activity, activates parts of the brain that are used in áctually performing that activity” (Prof. S. Kosslyn, director of Stanford’s Center for Advanced Study in the Behavorial Sciences in The Charisma Myth, Olivia Fox Cabane).
Leuk beschreven. Een avontuur om te lezen. Geweldige foto ja.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, ik was er bij, ergens 🙂
LikeGeliked door 1 persoon