Twee jaar geleden in een ‘bekend etablissement’ in Amsterdam, stonden we aan de bar af te rekenen. Ik keek even achterom. Recht in zijn gezicht. Terwijl niet helemaal doordrong in wiens gezicht ik keek, draaide ik me weer terug. Toen ging een lampje branden en flapte ik er fluisterend-maar-net-te-hard uit: “Jezus, in het echt is hij nog enger.”
Mijn kompaan verstijfde en verschoot van kleur tegelijkertijd, heel knap vond ik dat. Hij betaalde en spoedde zich richting uitgang. Met mij in zijn kielzog. Dat was trouwens het moment dat ik wist dat deze kompaan niet mijn toekomstige levensgezel zou zijn. Vóór mij uit snellend om zichzelf veilig te stellen: een nep-held, zo een op sokken. Ik hou meer van het ridderlijke type.
Maar dit terzijde.
In mijn rug voelde ik dat hij achter ons aanliep. Deze man is het soort mens dat er niets voor hoeft te doen om zijn aanwezigheid bekend te maken: die vóel je. Charisma noemen ze dat.
En daar waar een prettig-charismatisch mens iemand is aan wiens aanwezigheid jij je kunt warmen en wiens persoonlijkheid een stukje grootsheid op jou overbrengt, is deze man het type waarbij je door een koude rilling je billen vanzelf samen knijpt en de spierspanning in je benen aanzet, klaar om te sprinten als het moet.
Want om hem heen hangt een kilte. Zelfs in een flits zie je dat achter zijn ogen geen licht schijnt. Is hij zo geboren of is hij zo geworden? Hij stond op dat moment bekend als knuffel-crimineel maar in zijn nabije aanwezigheid weet je direct wel beter.
En zo, in opperste staat van alertheid en met bijna pijnlijke prikkels waar hoofd aan nek hecht, pakte ik de deur van de kroeg vast. Mentaal voorbereid op het onvermijdelijke: hij had me gehoord en zou me mores leren. Terwijl ik aan de zware deur trok, voelde ik deze ineens lichter worden omdat een grotere hand boven de mijne de trekkracht overnam. Als in slow motion keek ik weer achterom, alvast half weggedoken. Want ik moest het zien, dat wat er nu aan zou komen.
Hij knikte me behulpzaam toe en hield in om mij de ruimte te geven. Als een konijn dat in koplampen staart, struikelde ik naar buiten. Willem ging naar links en ik naar rechts alwaar mijn kompaan al een halve straat verder was, op veilige afstand dus nu in staat om te checken of ik het wel redde.
….
Achteraf en bekomen van de schrik besefte ik het écht interessante van deze ervaring. Deze twee minuten van illusie en desillusie, waarbij veel niet was zoals het leek. Maar dat wat léék te zijn, was wel wat ons denken en doen bepaalde.
Wat héél erg mooi geschreven!!!
LikeGeliked door 1 persoon
Tnxx!
LikeGeliked door 1 persoon
Dat je hem zo ie zo herkende, ik zou hem aangekeken hebben en blijven staren denk ik, overkomt mij wel vaker 😉 hahaha
Heerlijk geschreven! Brengt een glimlach op mijn gezicht!
LikeLike
haha! dank je wel 🙂
LikeLike
Wow. Even naar adem happen.
LikeGeliked door 1 persoon
Erg mooi geschreven… ik herken het flapuiterige… inmiddels probeer ik mijn mond op zulke momenten dicht te plakken… hahaha
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je 🙂
LikeGeliked door 1 persoon